Gebitscontrole en -behandeling:

Kiezen en tanden van het paard groeien continu door. Om ze niet te lang te laten worden moet een paard goed en veel kauwen. De meeste paarden krijgen echter voer waar weinig kauwbewegingen voor nodig zijn met als gevolg dat alleen de zachtste delen van de kiezen en tanden slijten. Hierdoor komen er scherpe randen op de kiezen die het mondslijmvlies of de tong kunnen beschadigen.

 

Ook komen er bij te weinig kauwbewegingen ribbels en hoogteverschillen in het gebit. Dit heeft tot gevolg dat de onderkaak niet naar voren kan schuiven, iets wat noodzakelijk is bij het aan de teugel rijden. Hoofdschudden, verkantelen en vasthouden van het bit is meestal het gevolg. Door de hoogteverschillen wordt tevens de druk niet gelijkmatig over de kiezen verdeeld, waardoor kiezen uit de rij geduwd kunnen worden. Hierdoor ontstaan zogenoemde diastasen. Hier kunnen etensresten tussen gaan zitten met tandvleesontsteking als gevolg.

 

Verschijnselen die kunnen wijzen op gebitsproblemen:

Vaak geven paarden niet aan dat er gebitsproblemen zijn. We merken pas het verschil in gedrag als de pijnlijke punten weggehaald zijn of het voer tussen de kiezen is verwijderd. Het paard is vrolijker en minder down.

 

Als we de onderstaande verschijnselen waarnemen kan dit wijzen op gebitsproblemen:

- Voedsel wordt slecht of langzaam opgenomen

- proppen voer vallen uit de mond

- vieze geur uit de mond

- morsen van voer

- afwijkende mest

- koliek

- conditieverlies

- éénzijdig kauwen of ander afwijkend eetpatroon

- neus- en ooguitvloeiing

- hoofdschudden

- bit aan één kant vastpakken

- kantelen met het hoofd

- hangen op de teugel

- teugelkreupelheid

- andere rijtechnische problemen

 

MAAR HET IS VEEL BETER OM GEBITSPROBLEMEN TE VOORKOMEN!

Om deze problemen te voorkomen is het noodzakelijk dat paarden periodiek een gebitsinspectie en indien nodig een behandeling ondergaan.

 

Wanneer voor het eerst controle?

Zeker moet er een gebitscontrole plaatsvinden voordat er een bit in gelegd wordt. Dit ivm wolfskiezen en het aansluiten van de eerste kiezen. Ik ben van mening dat het alleen fair is als je een bit in de mond legt als de eerste kiezen gewisseld zijn én elkaar raken, zodat een bit rustig in de mond kan liggen. Meestal is dit wel op 3-jarige leeftijd het geval, maar niet ieder paard wisselt volgens het boekje. Dus vanaf 2,5 jaar is het zinvol, als je er op 3 jaar op wilt zitten. Ik heb echter ook wel paarden vanaf 1,5 jaar onder behandeling, als er met het wisselen van alles mis gaat. Ik moet zeggen dat dit meestal heel groot gefokte paarden zijn, waarbij de ontwikkeling van de kiezen de enorme groei van de kaak niet bij kan houden. Vooral gevoelige paarden verdienen een gebit zonder scherpe randjes, zodat een bit pijnloos kan liggen. Maar eigenlijk verdient ieder paard dit.

 

Behandeling:

Deze controle wordt altijd onder een roesje uitgevoerd, om zo de stress bij het paard te verminderen en de werkbaarheid te verhogen. Om het gebit weer comfortabel aan te laten voelen wordt gebruikt gemaakt van elektrische vijlen, waardoor er nauwkeurig gewerkt kan worden en tevens wordt hierdoor de behandeltijd zo kort mogelijk gehouden.

 

Er wordt altijd een gebitskaart ingevuld, die u zelf bij het paspoort kunt bewaren, zodat altijd duidelijk is wat er gedaan is wat de vervolgafspraken of adviezen zijn geweest.

 

Om een indruk te krijgen van mijn werkwijze, hier een link naar een filmpje dat gemaakt is door RV De Hofruiters, toen ik daar op stal aan het werk was.

 

Hierbij ook een link naar een mooi artikel over Feiten en fabels over gebitsverzorging bij het paard in de Hippische Ondernemer.

 

Voorkomende ziektes:

- EOTRH (later meer hierover)

- perifere cariës

- diastema's

- losse kiezen

- open pulpa's

- infundibulum necrose