Vaccinaties:

Voor ieder paard kan een optimaal vaccinatieschema opgesteld worden. De keuze uit de verschillende vaccinaties is afhankelijk van de leeftijd, het gebruiksdoel en de huisvesting.

 

Tegen de volgende ziektekiemen kan gevaccineerd worden:

 

Influenza

Equine influenza is een zeer besmettelijke ziekte die bij paarden en pony's over de gehele wereld voorkomt. Influenza bij paarden manifesteert zich met hoge koorts en acute ademhalingsproblemen. Doordat influenza een voorbereidende rol kan spelen bij het aanslaan van diverse bacteriën, virussen en schimmels, kan de ziekte leiden tot chronische luchtwegproblemen. Dit kan weer een sterk negatief effect hebben op de toekomstige prestaties van het paard. De basisvaccinatie bestaat uit 2 vaccinaties met ongeveer 4 weken daartussen en na ongeveer 5 maanden nog een vaccinatie. Daarna volstaat een jaarlijkse vaccinatie, sommige wedstrijdorganisaties eisen echter een frequentere hervaccinatie. Veulens van niet-gevaccineerde merries kunnen vanaf 4 maanden gevaccineerd worden, veulens van goed gevaccineerde merries kunnen gevaccineerd worden vanaf 6 maanden. Het advies is om drachtige merries 4-6 weken voor het veulenen één keer extra te laten vaccineren.


Tetanus

Tetanus is een vaak fataal verlopende neurologische aandoening die veroorzaakt wordt door een neuro-toxine geproduceerd door Clostridium tetani. Deze bacterie dringt via wonden binnen, waarvandaan het tetanustoxine afgegeven wordt aan de bloedbaan. In vergelijking met andere diersoorten zijn vooral paarden zeer gevoelig voor dit toxine. Door middel van preventieve vaccinatie kan tetanus effectief worden voorkomen. De basisvaccinatie en veulenbeleid bestaat uit dezelfde drie prikken als influenza, daarna volstaat eens in de twee jaar. De afname in bescherming kan verschillen per individu, zorg daarom dat tijdens de meest risicovolle periode de bescherming optimaal is.

 

Rhinopneumonie

Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door het Equine Herpes Virus en kent drie verschijningsvormen:

- verkoudheidsvorm

- abortusvorm

- neurologische vorm

 

De verkoudheidsvorm komt zeer regelmatig voor vooral bij jonge paarden. Deze vorm veroorzaakt koorts en soms een snotneus, hoesten en/of dikke benen. De abortus-vorm komt regelmatig voor bij merries en veroorzaakt abortus of zeer zwak geboren veulens die vaak sterven. De neurologische-vorm komt slechts incidenteel voor en veroorzaakt verschijnselen van het zenuwstelsel. Dit begint meestal met een wat slappe staart en ataxie (“lopen als een dronkenman”). Eventueel kunnen ernstiger verlammingsverschijnselen optreden. Alle paarden in Nederland komen regelmatig met het rhinopneumonie-virus in contact. Het is helaas niet bekend waarom een bedrijf soms getroffen wordt door abortussen of verlammingsproblemen.

 

De verspreiding van het rhinopneumonie-virus (ook wel equine herpesvirus (EHV)genaamd) vindt voornamelijk plaats door direct contact tussen paarden of door samen stallen in één ruimte. In principe kan het virus ook door de mens via kleren en handen worden overgedragen als deze van het ene naar het andere paard gaat. Daarnaast is de eigenschap van herpesvirussen (waaronder de koortslip van de mens) dat het lichaam wel afweerstoffen aanmaakt tegen het virus, maar dat de hoeveelheid niet groot genoeg is om het virus uit het lichaam te verwijderen. Het paard wordt drager. Als de weerstand van het paard lager is, door een slechte conditie, stress of een andere infectie, kan het virus zich weer gaan vermenigvuldigen en weer voor ziekte en virusverspreiding zorgen.

In hoeverre het mogelijk is paarden preventief te beschermen tegen rhinopneumonie hangt af van de vorm. Een vaccinatie tegen de verkoudheidsvorm is betrouwbaar, maar moet tenminste tweemaal per jaar worden gegeven. Een vaccinatie tegen de abortusvorm is veel minder betrouwbaar en dient tenminste vier maal per jaar te worden gegeven. Ondanks vaccineren kunnen er op een bedrijf toch merries aborteren. De vaccinatie biedt dus geen volledige bescherming tegen abortus. Tegen de neurologische vorm van rhinopneumonie is vaccineren waarschijnlijk niet effectief. Wel is het zo dat de kans op fatale gevolgen kleiner zijn als het paard vaker in aanraking is geweest met het virus. Vaccineren van een gehele stal kan het rondgaan van het virus sterk verminderen. In het geval er een besmetting aanwezig is, kunnen dieren die nog geen koorts vertonen nog gevaccineerd worden. De zieke dieren moeten strikt in quarantaine gehouden worden.

 

Schimmel

Een schimmelinfectie (Trichophyton en Microsporum) begint meestal met kleine bultjes met opstaande haren die later overgaan in min of meer ronde, kale, schilferende plekken die vanuit het centrum genezen. De aandoening gaat doorgaans niet met jeuk gepaard. De plekjes worden het meest gezien op die plaatsen waar het tuig ligt (hoofdstel, zadel, gareel). Om een infectie te laten aanslaan zijn vocht, inwrijving en/of verminderde weerstand van de huid (mok) noodzakelijk.

De waarschijnlijkheidsdiagnose wordt gesteld aan de hand van het klinische beeld. Dit kan variëren van de echte schimmelplekken met min of meer ronde grijze asbestachtige plekken tot een wat “mottig”haarkleed. Bevestiging van de diagnose vindt plaats door middel van microscopisch onderzoek van haren of door een schimmelkweek. De vaccinatie tegen huidschimmel is de nieuwste therapie met de hoogste genezingskans. Het verkort het genezingsproces met meerdere weken en zorgt daardoor voor minder ongemak. Daarnaast geeft de vaccinatie een bescherming tegen huidschimmel voor ten minste negen maanden.

De vaccinatie kan preventief gegeven worden aan een gezond paard, indien bijvoorbeeld bij paarden in de buurt schimmel gediagnostiseerd is. De vaccinatie kan echter ook aan een paard dat al last van schimmel heeft, gegeven worden. De aandoening zal dan versneld verdwijnen en na een tweede vaccinatie is het paard verder tegen de schimmel beschermd. Gezien het hardnekkige karakter van deze aandoening en de toch wel lastige en langdurige behandeling ervan, is vaccineren een heel goed alternatief.

 

Droes

Droes is bij paarden één van de meest voorkomende infecties van het ademhalingssysteem. Als droes eenmaal voorkomt in een paardenpopulatie, verspreidt deze ziekte zich snel. Een uitbraak kan wel maanden duren; een periode waarin de stal of manege gesloten moet blijven voor andere paarden.

Droes wordt gekenmerkt door:
• een verhoogde temperatuur
• afscheiding van slijm uit de neusgaten
• hoesten
• lymfeknoopabcessen
• benauwdheid

 

Indien de diagnose per acuut wordt gesteld kan droes worden behandeld met antibiotica. Indien de diagnose echter plaatsvindt nadat zich abcessen hebben gevormd, moet de dierenarts deze soms opensnijden om pus te verwijderen. De meeste paarden herstellen volledig, terwijl 1% van de gevallen dodelijk blijkt te zijn. Tot 10% van de paarden kan "verslagen droes" krijgen, dat wordt gekenmerkt door abcessen in het gehele lichaam, of pus dat in de luchtzakken blijft zitten. Paarden met verslagen droes herstellen zelden volledig, luchtzakken kunnen wel succesvol gespoeld worden.

Er een vaccin op de markt tegen droes. Er moet dan 4x per jaar een prikje in de bovenlip gegeven worden.

 

West Nile virus

Het West Nile Virus is in 2020 ook in Nederland vastgesteld. Zowel paarden áls mensen kunnen besmet raken via muggen. In de bijgevoegde folders kun je meer lezen over het virus en de bestrijding van muggen. 

Download
Paard-Talksheet Equilis-West-Nile.pdf
Adobe Acrobat document 2.1 MB
Download
7-tips-tegen-muggen-flyer.pdf
Adobe Acrobat document 703.0 KB